Nationale Omgevingsvisie
Het Rijk heeft een Nationale Omgevingsvisie (NOVI) ontwikkeld. Daarin wordt aangegeven dat Nederland koploper wil blijven in agroproductie en de bijdragen die de sector kan leven aan maatschappelijke vraagstukken. LTO vindt dat de diversiteit van de Nederlandse land- en tuinbouw meer aandacht had kunnen krijgen.
De Nederlandse land- en tuinbouw staat aan de basis van groen, gezond en gewaardeerd voedsel, bloemen en planten. Daarnaast zorgen boeren en tuinders voor beheer en aankleding van het landelijk gebied. De sector is de groene motor van de nationale economie, en levert ook een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving en opgaven rondom bijvoorbeeld klimaat en energie. De sector krijgt waardering in de NOVI, de langetermijnvisie voor de toekomst van de leefomgeving in Nederland. De uitwerking schiet op enkele punten nog wel tekort.
Meer ruimte land- en tuinbouw
Natuurontwikkeling, stedelijke ontwikkeling, stoppende agrarische bedrijven: het landelijk gebied verandert voortdurend. Tegelijkertijd hebben boeren en tuinders te maken met nieuwe eisen vanuit de markt en samenleving. Daar spelen zij op in door in te zetten op betere bodemvruchtbaarheid, hogere eisen aan grondgebondenheid, meer weidegang en klimaatadaptatie. Voor het realiseren van de kringlooplandbouw heeft de sector meer ruimte nodig. Dat vraagt om goede instrumenten om de structuur van de land- en tuinbouw te verbeteren en deze actief in te kunnen zetten.
Ruimte voor structuurversterking
De laatste jaren zijn (her)inrichtingstrajecten vanuit de WILG vooral ingezet om meer natuur te realiseren. Hierdoor is de structuur voor de landbouw in veel gebieden niet meer op orde voor de genoemde maatschappelijke opgaven . Het is daarom goed dat de toekomstige ontwikkeling van het platteland een prioriteit is van de NOVI. De uitwerking van deze operatie heeft meer aandacht nodig: veel verder dan het benoemen van de probleemgebieden gaat het niet.
Erken diversiteit land- en tuinbouw
De diversiteit in de agrarische sector is de afgelopen jaren toegenomen: het is een veelkleurig palet met hightech, natuurinclusieve en multifunctionele bedrijven. Ruimtelijk beleid en bestemmingsplannen zijn hier vaak niet goed op ingericht en werken remmend voor innovatie. De diversiteit van de sector moet worden gekoesterd en een nadrukkelijke plek krijgen bij de uitwerking van de NOVI in gebiedsprogramma’s en provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies.
Rijk, regio, één overheid
LTO erkent de noodzaak van gebiedsgericht werken en ruimte voor beleid van provincies en gemeentes. De omgeving en de agrarische sector ziet er immers overal in Nederland anders uit. Verschillen in lokaal gevormde regelgeving zijn soms echter moeilijk uit te leggen. Vooral als deze l politiek gemotiveerd zijn. Beleid gericht op bijvoorbeeld regels rondom geluid, water en milieu moet – voor een gelijk speelveld – komen vanuit het Rijk. Gebiedsgerichte regelgeving die maatwerk mogelijk maakt kan overgelaten worden aan de lagere overheden.
Overige aandachtspunten
Veenweidegebieden
LTO erkent de noodzaak om de problematiek gebiedsgericht aan te pakken waarbij onderscheid gemaakt moet worden in de verschillende veenweidegebieden. De keuze voor de soorten oplossingen moet echter niet in de NOVI worden gemaakt, maar aan de gebieden zelf overgelaten worden.
Watervoorziening
Voor de toekomst van de land- en tuinbouw is, zeker in het licht van de klimaatverandering een optimale watervoorziening van groot belang. Het belang van een goede watervoorziening voor de land- en tuinbouw wordt erkend in de NOVI. Innovatieve projecten op het gebied van waterbeheer verdienen steun en ruim baan.
Energietransitie
LTO is het nadrukkelijk eens met het terughoudend omgaan met de aanleg van zonnevelden op landbouwgrond. Dat vereist wel een andere opzet van de SDE-subsidie: het is nu financieel te aantrekkelijk om vruchtbare landbouwgronden te gebruik voor zonnevelden.
Natuurherstel en biodiversiteit
LTO ondersteunt het Deltaplan biodiversiteitsherstel. Boeren kunnen een belangrijke bijdrage leveren om meer natuur te beheren en bossen te realiseren en zo hun bedrijf te extensiveren of meer inkomen te genereren. De ruimte is schaars in Nederland. Om de omslag naar natuurinclusieve landbouw te maken is wat LTO betreft iedere nieuwe hectare natuur, boerennatuur.