GLB-steun voor kalverhouders

In 2014 is de gekoppelde steunmaatregel voor de kalverhouderij gestopt. Dit betekende voor onze keten een enorm verlies. Objectieve berekeningen toonden aan dat meer dan 50 miljoen euro per jaar uit de sector werd getrokken. Op aandringen van de Tweede Kamer heeft de toenmalige staatssecretaris Dijksma voor deze GLB-periode een compensatieregeling toegezegd van jaarlijks 10 miljoen euro om de duurzaamheid van de sector te versterken. Deze middelen moesten landen op het boerenerf en niet worden aangewend voor onderzoeksprojecten.

Voor de eerste 5 jaar zijn samen met LNV plannen gemaakt voor de aanwending van de eerste 50 miljoen. Voor de aangescherpte kwaliteitsregeling SKV zou 30 miljoen worden besteed. Daarnaast zouden kalverhouders subsidie kunnen ontvangen voor duurzaamheidsinvesteringen op het gebied van ammoniakemissiereductie en welzijn dieren via het aanbrengen van zachte vloeren. Hiervoor is 20  miljoen gereserveerd. De 6^e 10 miljoen euro zou in goed overleg met de keten een vergelijkbare bestemming krijgen.

De periode van 6 jaar loopt bijna af. Voor ons reden om druk bij LNV neer te leggen om de balans op te maken en samen te bereiken dat de gereserveerde middelen ook naar de kalverhouders toe komen. Op dit moment is ca. de helft van de 60 miljoen euro verstrekt aan de kalverhouderij. In mei 2022 loopt de ondersteuning van de SKV-controle af. In totaal is dan ca. 23 miljoen euro in 5 jaar ontvangen. De subsidieregelingen voor de vloeren en een deel van de beschikkingen voor investeringen in ammoniak-emissie-reductie verlopen in maart 2022. Weliswaar is aan de kalverhouders ruim 20 miljoen toegezegd, maar door de corona, de brede stikstof-discussie en de vele vragen over de toekomst van de kalverhouderij stellen ondernemers de investeringen uit. Op dit moment is ca. 30% van het bedrag werkelijk uitgekeerd.

In combinatie met de 6^e tranche van 10 miljoen euro heeft de kalverhouderij nog ca. 30 miljoen euro tegoed van LNV. Ondanks ons aandringen om hier bestuurlijk met de minister het gesprek over aan te gaan, wordt dit afgehouden. Het risico is groot dat de niet besteedde middelen vervolgens in de algemene staatskas vloeien.

Vanuit LTO richten we ons o.a. op twee sporen. Allereerst het dringende advies aan kalverhouders met een beschikking voor subsidie in duurzaamheidsinvesteringen en deze niet voor de sluitingstermijn kunnen aanwenden, om uitstel aan te vragen. Het is nog niet zeker dat dit wordt gehonoreerd, maar we blijven hier op aandringen bij LNV.
Het tweede spoor is een nieuwe openstelling voor een subsidie voor duurzaamheidsinvesteringen teneinde de middelen ook aan te wenden zoals de Tweede Kamer het heeft gewild. Ook dit vraagt wellicht nog vele gesprekken.

Wim Thus,
LTO vakgroep kalverhouderij