Negatieve gevolgen Wtza-wet voor zorgboerderijen

Met de nieuwe Wet toetreding zorgaanbieders komt er scherper toezicht op de financiën in de zorgsector. Dit raakt ook de zorgboerderijen in Nederland. Onder de nieuwe wet moeten zij de financiële bedrijfsgegevens openbaar maken, ook van de nietzorgonderdelen van hun bedrijf. In een brief aan het ministerie van VWZ vraagt LTO om een uitzonderingspositie voor zorgboerderijen en andere kleine zorgaanbieders. 

LTO is niet tegentransparantie op de besteding van zorggelden, maar wel tegen de effecten op de andere bedrijfsonderdelen. Bij zorgboerderijen maakt de zorg maar een beperkt deel uit van het gehele bedrijf. Ook de kleinere zorgaanbieders met een voornamelijk agrarische tak moeten de volledige bedrijfsfinanciën openbaar maken. Het zorgt voor veel vragen hoe deze zorgboeren moeten voldoen aan de nieuwe wet. Zo kent een deel van de agrarische bedrijven vanwege de aard van hun productie een zogenaamd ‘gebroken boekjaar, van april tot april. Nu al wordt door accountants geadviseerd om het bedrijf juridisch te splitsen, met forse (zowel eenmalig, als de jaarlijkse) kosten tot gevolg.

LTO krijgt tal van signalen dat vooral de relatief kleine zorgboerderijen overwegen om op korte termijn hun zorgboerderij te beëindigen. Dit vanwege de financiële consequenties en de concurrentiele nadelen voor hun agrarische bedrijfsdeel door de Wtza. Het is zonde als juist deze bijzondere vorm van zorg gaat verdwijnen door een one-size-fits-all maatregel uit de wet.

Arjan Monteny, voorzitter LTO vakgroep Multifunctionele Landbouw, vraagt in de brief aan het ministerie voor een maatwerkoplossing voor dit type zorgaanbieders. Daarnaast wordt er gevraagd om een jaar overgangstermijn voor zorgboerderijen en andere kleine zorgaanbieders.

Lees hier de volledige brief