Moderne veredelingstechnieken
New Breeding Techniques, zoals CRISPR-cas, kunnen een bijdrage leveren aan verduurzaming van de plantaardige productie. Een duurzame land- en tuinbouw heeft belang bij deregulering, waarbij randvoorwaarden in het kader van transparantie en traceerbaarheid geborgd moeten worden.
De plantaardige sector in Nederland loopt wereldwijd voorop in efficiëntie en productiviteit. Tegelijkertijd hebben boeren en tuinders steeds meer moeite hun gewas gezond te houden en maken mensen zich zorgen over de kwaliteit van de leefomgeving. Een transitie naar weerbare teeltsystemen, waarin gewassen tegen een stootje kunnen en bijsturen veel minder nodig is, is daarom nodig. Dit alles met als doel een maximale milieuwinst in 2030 en een blijvend economisch perspectief voor boeren en tuinders (zie ook ‘Ambitie Plantgezondheid 2030’). Het DNA van de plant is hierin een belangrijk basiselement.
Nieuwe veredelingstechnieken dragen bij aan verduurzaming
New Breeding Techniques (NBT’s) kunnen een substantiële bijdrage leveren aan de verduurzaming van de plantaardige productie, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van resistente of weerbare rassen. De daarvoor benodigde planteigenschappen kunnen soms ook via klassieke veredeling gerealiseerd worden, maar vaak is dit een proces van vele jaren. De land- en tuinbouw heeft er dan ook belang bij dat nieuwe veredelingstechnieken minder zwaar gereguleerd worden – en daarmee beter inzetbaar worden.
Deregulering onder randvoorwaarden
LTO ziet hierbij wel enkele randvoorwaarden die geborgd moeten worden. Allereerst moet er voor zowel teler als consument keuzevrijheid zijn en blijven. Waar de gangbare land- en tuinbouw dringend behoefte heeft om de potentie van NBT’s te benutten voor verdere verduurzaming, sluit de biologische sector het gebruik ervan op grond van haar principes uit. Een biologische teler moet de mogelijkheid houden om rassen te telen waarbij geen NBT’s zijn toegepast. In de huidige situatie is het echter niet altijd mogelijk om rassen die op basis van NBT’s tot stand zijn gekomen, te herkennen. Daarom moeten afspraken over o.a. co-existentie en uitgangsmateriaal herijkt worden en in de keten geborgd worden. Door transparantie en traceerbaarheid blijft het ook voor de consument mogelijk om een bewuste keuze te maken.
Daarnaast moet besluitvorming over de veiligheid voor mens en milieu van NBT’s te allen tijde plaatsvinden op wetenschappelijke basis, om besluitvorming op basis van emoties en willekeur in beleid te voorkomen. Omgekeerd mag het vertrouwen van consumenten niet geschaad worden door NBT’s te gebruiken ten koste van verdere verduurzaming. Alle schakels in de keten hebben hierin verantwoordelijkheid. Met het beschikbaar komen van NBT’s, ontstaat (opnieuw) het risico dat planteigenschappen gepatenteerd worden – en daarmee een belemmering vormen voor rassen-innovatie. Van belang is daarom om (producten van) NBT’s patentvrij te houden.
Lees hier de reactie van LTO Nederland op het voorstel van de Europese Commissie over New Genomic Techniques.